Gebouw
Het kerkgebouw uit 1897 bestaat uit een kerkzaal op een rechthoekige plattegrond met aan de achterzijde een lage aanbouw onder een lessenaarsdak. Hieraan is in 1954 een tweede aanbouw met plat dak toegevoegd. In deze achterbouwen zijn de consistorie en andere nevenruimten ondergebracht.
De feitelijke kerkzaal heeft een hoog oprijzend schilddak. De voorgevel is uitgevoerd in een sobere neo-renaissancestijl en heeft een verdeling in drie vlakken. De vooruitspringende middenpartij krijgt de meeste nadruk door de toevoeging van een topgevel en door de begrenzing van een brede bakstenen pilaster aan weerszijden. Boven de hoofdingang zitten drie rondboogvensters, waarvan de middelste iets hoger is. De vensters hebben ramen met tweedelige gietijzeren traceringen. Aan weerzijden van de middenpartij bevinden zich eveneens rondboogvensters met een gietijzeren raam. Wellicht zijn de twee pinakels er later nog bovenop gezet.
De zijgevels hebben drie rondboogvensters met fraai uitgevoerde glas in loodramen. Inwendig telt de kerkzaal drie traveeën en een travee voor de orgelgalerij, direct achter de voorgevel.
Vóór 2016 waren kapconstructie en houten gewelf achter een verlaagd zachtboardplafond verstopt. Bij de restauratie in 2015/2016 is de kapconstructie met gewelf weer in het zicht gekomen en geheel hersteld. Toen is er ook weer een orgel op de orgelgalerij geplaatst. Het orgel is een eiken pijporgel dat rond 1960 is gebouwd door fa. Verschueren. De kerk is een gemeentelijk monument.
De nieuw ontworpen meubels (tafels, spreekstoel en poefjes) zijn gemaakt van de voormalige houten kerkbanken. Op de voorzijde van de spreekstoel is een wissellijst aangebracht t.b.v. de antependia.
Bij de Ooipoortkerk zijn dat glaspanelen met christelijke symbolen in de kleuren van het kerkelijk jaar. Op de tafel - die tevens als knielbank fungeert - staat een gemêleerd glazen doopschaal.